Programma Zuid-Hollands Groen 2019-2033

Analyse van het programma

Analyse van het programma

In deze paragraaf wordt een analyse gegeven van de voortgang van de realisatie van het groenbeleid. In de Doelen wordt de analyse onderbouwd met de programmering per product.

Het gebiedsgericht werken ontwikkelt zich steeds verder. De provincie treedt vaker op als ‘gebiedsregisseur’, die in de regio’s verschillende beleidsthema’s met elkaar verbindt, zoals natuurontwikkeling, behoud van het landschap, erfgoed en recreatie. Het voornemen is om volgende gebiedsprogramma’s van de landschapstafels meer in samenhang te ontwikkelen met de lange-termijnopgaven voor het gebied. Te denken valt aan verstedelijking, klimaatadaptatie, duurzame energie en/of bodemdaling. Deze ontwikkeling staat in het licht van de uitwerking van de Visie Rijke Groenblauwe Leefomgeving en het voornemen van de provincie om de uitvoering voor een belangrijk deel neer te leggen bij de Landschapstafels.

Deze opgaven maken inmiddels onderdeel uit van de visie Rijke Groenblauwe Leefomgeving die GS op 22 mei 2018 heeft vastgesteld. De visie wordt gelijktijdig met de provinciale Omgevingsvisie in het najaar ter visie gelegd waarna PS de visie – eveneens gelijktijdig met de Omgevingsvisie – eind 2018 begin 2019 naar verwachting vaststellen. Gelijktijdig is begonnen met het uitwerken van een Uitvoeringsagenda die ook begin 2019 gereed is en onder meer dient als input op de coalitieonderhandelingen. Het Coalitieprogramma vormt dan de basis voor de uitwerking van een Uitvoeringsagenda 3.0. De Uitvoeringsagenda zal zoveel mogelijk gekoppeld worden met het PZG.

Zoals aangekondigd in ‘Voortgang Groen 2017’ maakt het PZG onderscheid naar structurele en incidentele inzet van budget. Structurele inzet van budget komt voor bij beheer van recreatievoorzieningen en natuurgebieden. Dit is uitgewerkt in het Onderdeel Beheer van gebieden en voorzieningen, waar het beleidsmatig kader voor beheer van gebieden is beschreven. De geprognosticeerde structurele kosten zijn inzichtelijk gemaakt bij de producten die betrekking hebben op beheer.

Recreatie.
Voor  recreatie verschuift de focus van  grootschalige realisatie naar beheer & doorontwikkeling. Dit komt doordat  de overdracht van bestaande provinciale recreatiegebieden zijn voltooiing nadert, dat geldt ook voor de realisatie van Recreatiegebieden om de Stad (RodS) en de recreatieve routenetwerken. Realisatie (op kleinere schaal) vindt overigens nog steeds plaats, dit is bijvoorbeeld aan de orde bij  1) de uitvoering van gebiedsprogramma’s van de landschapstafels, 2) de uitvoering van het ruiterpadenplan en 3) de realisatie van het programma waterrecreatie dat het recreatief gebruik van vaarwegen in de provincie stimuleert. De provinciale inzet heeft zowel een recreatieve als toeristische insteek en richt zich daarmee dus zowel op de bewoners als de bezoekers van Zuid-Holland.

In het kader van doorontwikkeling wordt geïnvesteerd in het opwaarderen van bestaande voorzieningen (kwaliteitsimpuls in groengebieden, upgraden van landelijke fietspaden naar icoonroutes) en het smeden van sterke gebiedscoalities. Dit gebeurt niet alleen binnen de landschapstafels, maar ook in de samenwerking binnen de Nationale Parken en de community ’s die ontstaan rond de thema’s toerisme, waterrecreatie en routebeheer. Voor dit laatste wordt ingezet op het oprichten van een routebureau waarin routebeheerders met elkaar samenwerken.
Doorontwikkeling van recreatievoorzieningen heeft ook betrekking op een heldere governance waarin met externe partijen wordt samengewerkt en afspraken worden gemaakt over bijvoorbeeld langjarig beheer, het open en toegankelijk houden van groen(blauwe) gebieden en het gezamenlijk zoeken naar efficiencywinst en een robuuste financieringsbasis.

De ramingen lopen in de komende jaren als gevolg hiervan terug van € 33 mln in 2018 naar € 12 mln in 2021.

Duurzame landbouw.
Het ontwikkelen van een duurzame landbouw- en voedselketen in Zuid-Holland verloopt zoals dat is voorzien in het Ambitiedocument InnovatieAgenda Duurzame Landbouw. Het Open Netwerk Voedselinnovatie Zuid-Holland groeit gestaag. Er komen nieuwe proeftuinen tot stand en lopende proeftuinen komen tot ontwikkeling. Zeker nu de Visie van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in het teken staat van kringlopen is dat een versterking van het denkklimaat en een extra stimulans voor de noodzakelijke beweging naar duurzame landbouw. Zuid-Holland als koploper van kringlooplandbouw en duurzame innovatieve landbouw.

Ontwikkeling van de groene reserve.
Het Financieel kader geeft inzicht in de omvang, de samenstelling en de ontwikkeling van de reserve Groen. In bijlage 3 is het meerjarig overzicht van de groene reserve weergegeven dat 15 jaar vooruit kijkt. In dit overzicht zijn de voorstellen van het kaderbesluit Groen verwerkt. In het oog springend is de nieuwe reserve die ten behoeve van het Natuurnetwerk Nederland is ingesteld. Hierdoor is de reserve Decentralisatieakkoord komen te vervallen en is de reserve Groene ambities fors naar beneden toe bijgesteld.

Natuurnetwerk Nederland (NNN).
In het Kaderbesluit / Kadernota 2018 is de realisatiestrategie voor het NNN aangepast. Er is één reserve Natuurnetwerk Nederland ingesteld, dat geeft overzicht m.b.t. de financiering. Provincie Zuid-Holland neemt als netwerkende overheid de lead bij het starten van gebiedsprocessen en indien nodig neemt de provincie het voortouw bij de realisatie. Zo kunnen we realistisch plannen. Hierdoor is het voorspellend vermogen van de begroting verbeterd. Het draagt ook bij aan de gewenste versnelling van de realisatie. Dat is nodig om, conform de afspraken met het Rijk, de realisatie van het NNN per 2027 af te ronden. Om die deadline te halen is besloten om niet pas in 2021, maar nu al te starten met de uitvoering van de circa 500 hectare die was aangemerkt als strategische reservering. Ook wordt extra geïnvesteerd  in de ecologische verbindingen. Tenslotte wordt de realisatie van weidevogeldoelstellingen en icoonsoorten versneld door een extra investering van € 10 mln.

Natura 2000 en PAS.
Met betrekking tot onze inzet ten behoeve van PAS zijn op dit moment de financiële prognoses voor de periode t/m 2027 gedegen uitgewerkt. Voor Natura 2000 zal in de 2 e en 3 e beheerplanperiode nog een kwaliteitsslag plaats moeten vinden en een uitbreidingsdoelstelling gehaald moeten worden om deze gebieden in lijn met de Europese doelen op het beoogde kwaliteitsniveau te brengen. Er wordt gewerkt aan een langjarige doorkijk per gebied naar de volgende beheerplanperioden. De financiële consequenties daarvan zullen bij Kaderbesluit 2019 worden voorgelegd.

Decentralisatie-uitkering Natuur.
Met ingang van 2017 zijn de doeluitkeringen van het Rijk vervallen en toegevoegd aan het provinciefonds. Dat is bijvoorbeeld van toepassing op de bijdragen van het Rijk in het kader van het decentralisatieakkoord natuur. Overigens blijft de inspanningsverplichting van de provincie om de natuurdoelen te realiseren onverminderd van kracht. De bijdrage die nu via het provinciefonds wordt ontvangen kan niet aan een ander doel worden besteed. Met deze aanpassing wordt wel een onzekerheid geïntroduceerd. Als het Rijk in de toekomst besluit om het provinciefonds te korten, dan heeft de provincie een besluit te nemen over de verdeling van de korting over de verschillende doelen van de uitkering. Dat kan ten koste gaan van het beschikbare budget voor het realiseren van de natuurdoelen.