Product 1.4.7-4 Wet Natuur / soortenbeleid / Faunabeheer
Omschrijving
De rovincie Zuid-Holland heeft op grond van de Wet natuurbescherming diverse taken en verplichtingen. Artikel 1.7 van de Wet natuurbescherming verplicht Provinciale Staten om een natuurvisie op te stellen. Dit mag eventueel als onderdeel van een meer omvattende provinciale visie, zoals de Omgevingsvisie. Maar ook is er de provinciale zorgplicht voor beschermde soorten en –gebieden, de provincie is bevoegd gezag voor het verlenen van vergunningen in het kader van Natura 2000 en voor ontheffingen in het kader van soortenbeleid én de provincie heeft de nodige taken en bevoegdheden op het gebied van faunabeheer.
Aan de verplichting om een natuurvisie op te stellen wordt invulling gegeven via het traject van de visie Rijke Groenblauwe Leefomgeving.
De provinciale zorgplicht voor beschermde soorten wordt uitgewerkt via enerzijds een actief te voeren beleid van maatregelen, gericht op de gunstige staat van instandhouding van 30 icoonsoorten. Deze 30 soorten zijn indicator voor de biodiversiteit in Zuid-Holland en staan symbool voor de diverse typen natuur die we binnen de provincie kennen. Anderzijds komt de provinciale zorgplicht terug in de manier waarop we ontheffingen verlenen in het kader van soortenbescherming. Daarbij streven we zoveel mogelijk naar een integrale aanpak, inclusief beschermingsmaatregelen voor de betrokken soort zodat ontheffingverlening uiteindelijk bijdraagt aan een gunstige staat van instandhouding. Bij de vergunningen ten aanzien van de Natura 2000-gebieden spelen de Natura 2000-beheerplannen, het Programma Aanpak Stikstof en de Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming de belangrijkste rol als kaders voor de vergunningverlening.
De taken op het gebied van Faunabeheer zijn voor een groot deel uitgewerkt in de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland. De Faunabeheereenheid Zuid-Holland (FBE) maakt voor iedere te beheren soort een faunabeheerplan. Deze faunabeheerplannen moeten door GS worden goedgekeurd. Voordat wordt overgegaan tot vangen of doden van dieren wordt eerst beoordeeld of er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn: de zogenoemde escalatieladder. De FBE coördineert de uitvoering van het faunabeheer en draagt zorg voor een jaarlijkse rapportage.
Voor de gehele provincie Zuid-Holland is het verlenen van ontheffingen en vergunningen op grond van de Wet natuurbescherming ondergebracht bij de Omgevingsdienst Haaglanden. Toezicht en handhaving wordt uitgevoerd door de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
Te bereiken uitvoeringsresultaten
Procedureel
De provincie is bevoegd gezag voor het verlenen van ontheffingen, vergunningen, verklaringen van geen bedenkingen en het geven van bestuurlijke rechtsoordelen op grond van de Wet natuurbescherming. Het gaat daarbij kort samengevat om gebiedsbescherming, soortenbescherming, beheer en schadebestrijding en houtopstanden. De Omgevingsdienst Haaglanden voert deze taken namens de provincie uit voor het gehele grondgebied van de provincie Zuid-Holland. Het verlenen van vergunningen en ontheffingen gebeurt op basis van aanvragen. Op de aantallen of de inhoud kan derhalve niet gestuurd worden. Dat geldt uiteraard voor het registreren van meldingen. Wel is het van belang dat besluiten op aanvraag binnen de wettelijke termijn worden genomen. Via de voortgangsrapportages van de Omgevingsdienst Haaglanden wordt hierop toezicht gehouden. Vergunningen, ontheffingen en bestuurlijke rechtsoordelen op grond van de Wet natuurbescherming kunnen betrekking hebben op activiteiten waarvoor tevens een andere vorm van toestemming nodig is. Voor zover de provincie het bevoegd gezag is voor het verlenen van meerdere toestemmingen, streven de provincie en de Omgevingsdienst Haaglanden naar afstemming om tot een eensluidend oordeel te komen. De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid voert de taken op het gebied van toezicht en handhaving namens de provincie uit voor het gehele grondgebied van Zuid-Holland.
Hierbij concentreert men zich op de volgende drie terreinen:
- omgevingsvergunningplichtige activiteiten;
- aangewezen gebieden, in het bijzonder Natura 2000-gebieden;
- specifieke nalevingsproblemen in het vrije veld, buiten de bebouwde kom; waaronder ook begrepen jacht, beheer- en schadebestrijding, houtopstanden en soortenbescherming.
Het toezicht en de handhaving in het kader van de Wet natuurbescherming voert de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid uit in nauwe samenwerking met de handhavingspartners (terreinbeherende organisaties, andere omgevingsdiensten, gemeenten, waterschappen, politie, etc). Hierbij gaat men risicogericht te werk. Daartoe is van alle mogelijke categorieën gedragingen bepaald wat het maximale risico is voor de biodiversiteit, wat het risico is in financieel opzicht en wat de bestuurlijke risico’s zijn. Aan de hand daarvan is een prioritering opgesteld die doorwerkt in het jaarlijks op te stellen werkplan van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
Soortenbescherming
We voeren het soortenbeschermingsbeleid uit aan de hand van 30 icoonsoorten. Deze soorten staan symbool voor de gehele Zuid-Hollandse natuur in al haar verschijningsvormen. Voor deze soorten werken we aan:
- een gunstige staat van instandhouding en een positieve trend binnen Zuid-Holland;
- aansluiting bij bestaande projecten waarbij we de verbinding zoeken tussen de bescherming van soorten en andere thema’s;
- gebruikmaking van expertise bij onze maatschappelijke partners om de icoonsoorten op effectieve wijze te beschermen;
- samenwerking met maatschappelijke partners om samen het verhaal van de icoonsoorten te vertellen;
De Omgevingsdienst Haaglanden staat aan de lat om ook in de ontheffingverlening de soortenbescherming een plek te geven, zoals hierboven omschreven.
Faunabeheer
De uitvoering van het faunabeheer gebeurt door vrijwilligers onder coördinatie van de FBE. De provincie zorgt daarbij voor goed uitvoerbare ontheffingen en andere vormen van toestemming. De FBE rapporteert jaarlijks over aantallen gevangen en gedode dieren, gegevens over faunaschade, tellingen en trends. Het streven is erop gericht om de door in het wild levende dieren aangerichte schade op een aanvaardbaar niveau te houden, evenals de risico’s voor de openbare veiligheid en volksgezondheid.
Bij12-Faunafonds verzorgt namens alle provincies het verlenen van tegemoetkomingen in de faunaschade. Hierbij is sprake van een open einde-regeling. Alle schade die voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in de Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming, komt in beginsel in aanmerking voor een tegemoetkoming. De hoogte van deze schade kan van jaar tot jaar wisselen onder invloed van bijvoorbeeld klimatologische omstandigheden en de geldende gewasprijzen.